Leges omgevingswet

Wat kost het?

Voor het aanvragen van een vergunning betaalt u leges. In de tarieventabel van de legesverordening vindt u een overzicht van de kosten. 

Bouwactiviteit (technisch)

Een omgevingsvergunning voor de activiteit bouw kost minimaal € 70,30 voor een bouwplan met maximaal € 2.500,- aan bouwkosten. Voor een project met bouwkosten hoger dan € 2.500,- moet een berekening worden uitgevoerd zoals vermeld in de tarieventabel. De maximale leges voor een technische bouwactiviteit bedragen € 22.198,- exclusief eventuele toeslagen.  De bouwkosten worden bepaald aan de hand van de Bouwkostenindicator.

Omgevingsplan activiteit 

Indien u gaat bouwen heeft u meestal ook een vergunning voor de omgevingsplan activiteit nodig. Deze kost minimaal € 164,05 voor een bouwplan met maximaal € 2.500,- aan bouwkosten. Voor een project met bouwkosten hoger dan € 2.500,- moet een berekening worden uitgevoerd zoals vermeld in de tarieventabel. De maximale leges voor een omgevingsplanactiviteit bedragen € 51.529,-, exclusief eventuele toeslagen. De bouwkosten worden bepaald aan de hand van de Bouwkostenindicator.

Buitenplanse omgevingsplan activiteit

  • € 818,35 of € 5.398,85, afhankelijk van het plan plus:
    Een verhoging van € 750,00 als er geen conceptverzoek aan is voorafgegaan
  • Verhoging beoordeling rapporten (artikel 2.49) variërend tussen € 300,- en €2.500 per rapport 
  • Adviezen (artikel 2.50) variërend tussen de € 85,00 en €1.098,00

Conceptaanvraag

De leges van een conceptaanvraag worden  verrekend met aanvraag om omgevingsvergunning. 
Voorwaarden zijn: 

  1. dezelfde activiteit 
  2. in overeenstemming uitkomsten conceptverzoek én 
  3. binnen 6 maanden na laatste omgevingsoverleg 

De kosten zijn: 
een intaketafel waar de wenselijkheid van het initiatief centraal staat € 0,00

  • eenvoudig conceptverzoek zonder omgevingstafel € 400,00
  • conceptverzoek met inbegrip van een omgevingstafel € 750,00
  • extra behandeling aan de omgevingstafel € 250,00
  • beoordeling rapporten € 300,- per rapport 
    zie artikel 2.49: zoals milieukundig bodemrapport, archeologisch bodemrapport, geluid- of akoestisch rapport e.t.c.
  • Een advies van de Commissie Fysieke Leefomgeving Leudal € 85,00
    zie artikel 2.50

Rekenvoorbeeld:

Grondgebonden woning bouwen á € 500.000,-, passend in Omgevingsplan. 
Leges: € 7.614,85 + leges beoordelen rapporten en advies:

  • Bouwmelding gratis
  • Omgevingsplan activiteit: € 7.614,85
    zie artikel 2.6
  • beoordeling rapporten € 300,- per rapport 
    zie artikel 2.49: zoals milieukundig bodemrapport, archeologisch bodemrapport, geluid- of akoestisch rapport e.t.c.
  • Een advies van de Commissie Fysieke Leefomgeving Leudal € 85,00
    zie artikel 2.50
  • tarieventabel van de legesverordening

appartement op de 2e verdieping bouwen á € 500.000,-, passend in Omgevingsplan. 
Leges: € 3.248,50 + € 7.614,85 + leges beoordelen rapporten en advies:

  • bouw activiteit: € 3.248,50
    zie artikel 2.5
  • omgevingsplan activiteit: € 7.614,85
    zie artikel 2.6 
  • beoordeling rapporten € 300,- per rapport 
    zie artikel 2.49: zoals milieukundig bodemrapport, archeologisch bodemrapport, geluid- of akoestisch rapport e.t.c.
  • Een advies van de Commissie Fysieke Leefomgeving Leudal € 85,00
    zie artikel 2.50
  • tarieventabel van de legesverordening

Uitleg Bouwkostenindicator

De hoogte van de te betalen leges is afhankelijk van de hoogte van de bouwkosten. De bouwkosten worden bepaald aan de hand van de bouwkostenindicator (BKI). Hierin zijn de bouwkosten opgenomen van de meest voorkomende bouwwerken. De bouwkosten zijn gebaseerd op actuele eenheidsprijzen. Aan de hand van deze eenheidsprijzen worden de bouwkosten van een project bepaald. De bouwkosten conform de BKI zijn vaste eenheidsprijzen voor bepaalde type bouwwerken en vormen de grondslag voor de berekening van de bouwleges (en niet de werkelijke bouwkosten of een raming hiervan). De kengetallen zijn vastgelegd per type bouwwerk en worden in de meeste gemeenten van de regio Midden- en Noord Limburg toegepast. Voor de heffing van de bouwleges geldt het uitgangspunt dat voor gelijksoortige gebouwen en bouwwerken, gelijke leges worden betaald. Daarom is het voor de berekening van de bouwkosten niet van belang of gebruik wordt gemaakt van bestaande materialen, bouwen in eigen beheer of het gebruik van bestaande gebouwen en bouwwerken. De nieuwbouw eenheidsprijzen zijn altijd van toepassing. Deze kosten zijn als volgt opgebouwd:

  • 1/3 van de kosten voor ruwbouw;
  • 1/3 van de kosten voor afwerking;
  • 1/3 van de kosten voor installaties.

Bij verbouw en renovatie wordt, voor dat deel van het bouwwerk waarop de verbouw-/renovatie betrekking heeft, de hierboven genoemde verdeling toegepast.Het bepalen van de oppervlakte en inhoud gebeurt op basis van de bijlage 1 ‘Instructie bepaling bouwkosten’ bij de Bouwkostenindicator. De kosten van bouwwerken die NIET zijn genoemd in de BKI worden bepaald op basis van vergelijkbare bouwwerken die wel zijn genoemd in de BKI. Als géén vergelijking mogelijk is, worden de kosten, conform de UAV 2012, bepaald op basis van een onderbouwde raming van deze kosten, het overleggen van een open begroting of een offerte/aannemingsovereenkomst.

De bouwkostenindicator 2024 treedt één dag na bekendmaking in werking. De BKI 2024 geldt vanaf 1-1-2024. De bouwkosten van aanvragen die vanaf deze datum zijn ingediend worden berekend aan de hand van deze eenheidsprijzen. De bouwkosten van oudere aanvragen worden berekend aan de daarvoor geldende BKI’s.