Vragen en antwoorden rondom Bedrijvenpark Zevenellen

Alle stukken behorende bij een vergunning zijn openbaar. 

Het is niet bekend dat bedrijven overlast veroorzaken. Bedrijven moeten zich aan wettelijke regels houden en zullen daarvoor maatregelen moeten nemen. 

Ook de provincie moet, zoals de gemeente, toetsen aan het toetsingskader. 

Om de luchtkwaliteit in Nederland in beeld te brengen werkt het RIVM met een combinatie van meten én rekenen met modellen. Dat is nodig omdat geen van beiden een volledig beeld geeft van de luchtkwaliteit in Nederland. Zo geven metingen alleen inzicht in de luchtkwaliteit tijdens de meetperiode en de uitkomsten gelden alleen voor de meetlocatie. Overal en continu meten is praktisch onhaalbaar en duur. Want er zijn veel metingen nodig om een beeld te krijgen van de luchtkwaliteit over een groter gebied en voor een langere tijd. Het opzetten en onderhouden van zoveel meetstations en het analyseren van alle resultaten voor het hele jaar kost veel geld.

Met een model kan de huidige luchtkwaliteit wel berekend worden voor een groot gebied. Ook kunnen we met een model een beeld krijgen van de luchtkwaliteit voor nieuwe situaties. Bijvoorbeeld de effecten van nog te nemen maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren of de prognose voor de luchtkwaliteit in de toekomst. Een beperking van rekenen met een model is echter dat een model altijd een vereenvoudiging van de werkelijkheid is. De uitkomsten zijn sterk afhankelijk van de kwaliteit en volledigheid van de gegevens die worden ingevoerd. Het maakt bijvoorbeeld uit met welke bronnen (bijvoorbeeld industrie, wegverkeer of landbouw), die stoffen naar de lucht uitstoten, wordt gerekend. Hierdoor kennen de uitkomsten een grotere onzekerheid dan de meetresultaten.

Meetgegevens zijn noodzakelijk om te kijken of de berekeningen van de modellen kloppen. We werken continu aan het controleren en verbeteren van de modellen. Modellen die het RIVM beheert, worden periodiek gekalibreerd aan metingen. Dit is een kwaliteitscontrole waarbij modelberekeningen worden vergeleken met metingen.

Er worden door verschillende overheden, ingenieursbureaus en particuliere initiatieven (zoals AiREAS in Eindhoven) luchtkwaliteitsmetingen uitgevoerd. Er wordt onderscheid gemaakt in metingen die voldoen aan de wettelijke voorschriften en alternatieve metingen. Juridisch gezien (in Nederland) zijn modelberekeningen door middel van het CIMLK (centraal instrument monitoring luchtkwaliteit) leidend. Monitoring vindt plaats op grond van de Omgevingswet.

Meer informatie over het vaststellen van de luchtkwaliteit en de voor- en nadelen van meten en rekenen vindt u via de volgende link: Vaststellen van luchtkwaliteit | RIVM.

Nee, de achtergrondconcentratie meten is niet mogelijk met enkele sensoren die er gedurende enkele weken worden opgehangen. Willen we de achtergrondconcentratie kennen van de omgeving Zevenellen, dan moeten we ons baseren op de gegevens van het RIVM. Een onderbouwing hiervoor vindt u terug in het overzicht met de voor- en nadelen van meten en rekenen: Vaststellen van luchtkwaliteit | RIVM.

Nee, ook voor de omgeving Weert en Nederweert ontstaat de achtergrondconcentratie uit meten én berekenen.

• Actuele luchtkwaliteit zoals gemeten op de officiële meetstations: www.luchtmeetnet.nl/meetpunten 
• Actuele luchtkwaliteit op land dekkende kaart: www.atlasleefomgeving.nl en www.luchtmeetnet.nl/verwacht (zelfde kaart)
• Verwachte luchtkwaliteit op land dekkende kaart (per dagdeel, voor komende 2 dagen): www.luchtmeetnet.nl/verwacht (‘Mijn Luchtkwaliteit’)
• Jaargemiddelde concentraties op land dekkende kaarten: de Atlas Leefomgeving, beschikbaar via www.atlasleefomgeving.nl 
• Jaargemiddelde concentraties op toetspunten: de jaarlijkse Monitoringsrapportage, beschikbaar via www.nsl-monitoring.nl/rapportages-en-documenten en op de interactieve kaart www.nsl-monitoring.nl/viewer/ (handleiding)
• Meetresultaten (jaargemiddelden en alle andere toetsbare concentraties, trends): de rapportages van de luchtmeetnetten, beschikbaar via www.luchtmeetnet.nl/rapportages 
• Meetresultaten van alle stations en van meerdere jaren de uurgemiddelde waarden: data.rivm.nl/data/luchtmeetnet  

Er zijn landelijk diverse initiatieven om de luchtkwaliteit in Nederland goed in beeld te brengen. Op dit moment lopen gesprekken met het RIVM over het programma SamenMeten.

Maandag 28 oktober 2024 organiseerde de gemeente Leudal een informatiebijeenkomst inzake Zevenellen rondom het thema ‘Gezondheid in relatie tot luchtkwaliteit’. GGD Limburg Noord was gastspreker op deze avond. Hier vindt u de presentatie. Vragen die schriftelijk gesteld zijn, worden ook toegevoegd aan deze Q&A. 

Bekijk de presentatie

Ja.

Geluid wordt onderzocht door de bedrijven zelf. De akoestische rapporten worden vervolgens beoordeeld door externen. Geluid is ook onderzocht met betrekking tot de aanleg van de rotondes (incl. toekomstige aantal verkeersbewegingen over 10 jaar).

De provincie / omgevingsdienst Zuid-Limburg heeft recentelijk de GGD Limburg-Noord de opdracht gegeven om voor zowel FUREC Zevenellen als VTTI een gezondheidskundig advies op te stellen. Hierin wordt o.a. het aspect geluid meegenomen.

Omwonenden die ongerust zijn over het wonen nabij industrie (nog te plannen initiatieven) vragen soms een gezondheidsonderzoek.

In de praktijk verstaan mensen verschillende zaken onder gezondheidsonderzoek. Er kan bijvoorbeeld bedoeld worden dat de GGD ‘de situatie beoordeelt’. Zie vraag 2.I waarin vermeld staat dat de GGD Limburg-Noord een gezondheidskundig advies opstelt i.o.v. Provincie Limburg.

Tevens wordt door de GGD LN 1x per 4 jaar een gezondheidsmonitor uitgevoerd. De Gezondheidsmonitor (Volwassenen en Ouderen) geeft inzicht in de gezondheid van inwoners van 18 jaar en ouder in Nederland. Dit vragenlijst onderzoek gaat over verschillende onderwerpen, zoals (mentale) gezondheid, welzijn, leefstijl, participatie en leefomgeving. 
Met de uitkomsten kunnen GGD’en en gemeenten gericht werken aan de verbetering van de gezondheid van inwoners.

Aanvullend is het advies dat het belangrijk is om de dialoog met elkaar te blijven voeren (bv. afspreken dat het bedrijf de omwonenden direct informeert als er extra overlast te verwachten is).  

Zie presentatie Rijkswaterstaat en GGD. Deze staat ook reeds bij punt 2.G vermeld.

Bekijk de presentatie

Het klopt dat er in Zuid-Limburg meetstations komen. Dit zijn meetstations voor het meten van ultrafijnstof. Bij het bepalen van locaties van deze nieuwe meetstations is een zorgvuldige afweging gemaakt. 
Het is niet nodig meetstations in de omgeving van Zevenellen te plaatsen. De GGD speelt ook geen rol in de keuze van locaties. Deze worden door het RIVM / provincie Limburg bepaald. Het dichtstbijzijnde meetstation staat in Nederweert.

De GGD ziet wel een meerwaarde in een meetnetwerk met sensoren in het kader van het Schone Luchtakkoord voor de gemeente Leudal, maar geeft duidelijk aan dat er belangrijke voorwaarden zijn bij de inzet van een meetnetwerk met sensoren, o.a. het verwachtingenmanagement en het vaststellen van een goede onderzoeksvraag.

Voor meer informatie over deze meetstations in Zuid-Limburg: De lucht in Limburg die je inademt is vuiler dan je denkt | ONLINE (youtube.com)
 

Ja, de GGD heeft in beeld wat er op Zevenellen gaat gebeuren. GGD is door zowel de gemeente als door de omgevingsdienst / Provincie Limburg gevraagd om advies uit te brengen over individuele initiatieven op Zevenellen. 
De gemeente Leudal heeft het Schone Lucht Akkoord ondertekend en gaat aan de slag met een programma lucht. De GGD LN gaat ook participeren in dit programma. Eén van de doelen is om richting 2030 toe te werken naar de WHO advieswaarden.

Vergunningsaanvragen worden getoetst aan het toetsingskader/de normen. Voor luchtkwaliteit wordt een onderzoek uitgevoerd. De uitstoot wordt vergeleken met de achtergrondconcentratie. 
De GGD kijkt mee naar de achtergrondconcentratie, de deken zoals toegelicht op de informatiebijeenkomst op 28 oktober 2024. In de presentaties van de GGD en Rijkswaterstaat vindt u terug wat de achtergrondconcentratie bepaalt.

De antwoorden op deze vraag zijn al gegeven in vraag 2.J (gezondheidsmonitor) en 2.M (participatie programma lucht ter uitvoering van het SLA).

Bovendien blijft de omgevingsdienst de uitstoot van bedrijven monitoren.

Bij de vergunningverlening milieu wordt de luchtkwaliteit getoetst aan de Europese grenswaarden welke zijn verankerd in het Bkl en vóór 01-01-2024 in de Wet milieubeheer. 
De provincie heeft tijdens de bijeenkomst op 4 juni 2024 ook al toegelicht dat zij vergunnen aan de onderkant van de range.

Het Schone Lucht Akkoord (SLA) gaat ervan uit dat de ondertekende partijen toewerken naar de WHO-advieswaarden in 2030. Uit onderzoek is gebleken dat 2030 te vroeg lijkt te komen en dat er daarom aanvullende maatregelen nodig zijn welke zijn opgenomen in de uitvoeringsagenda 2024—2030.
Zie https://www.schoneluchtakkoord.nl/sla-0/overzicht-luchtkwaliteitswaarden/

In het Dashboard SLA is te zien hoe het gaat met de uitvoering van de Uitvoeringsagenda 2024-2030 en de decentrale uitvoeringsplannen. 

Inmiddels heeft op 14 oktober 2024 de Europese Raad de nieuwe Europese richtlijn voor luchtkwaliteit formeel aangenomen. Vanaf 2030 gaan er strengere eisen gelden voor bijvoorbeeld fijnstof en stikstofdioxide. Binnen 2 jaar moet Nederland de Europese regels omzetten naar nationale wetgeving. Zie https://www.schoneluchtakkoord.nl/actueel/nieuws-schone-lucht-akkoord/algemeen/europese-raad-geeft-groen-licht-aanscherping/ 
 

Deze maatregelen staan beschreven in het jaarlijks uitvoeringsplan. Eén van de onderdelen is ‘citizen science’ (zelf meten door inwoners).

Voor luchtkwaliteit worden de individuele bedrijven getoetst aan de grenswaarden in het Bkl en voor 01-01-2024 de Wet milieubeheer. Voor deze toetsing wordt gebruik gemaakt van een aangewezen verspreidingsmiddel, waarbij op basis van de vrijkomende emissie naar de lucht wordt berekend de concentratie op leefniveau (immissie). Vervolgens wordt deze berekende immissie van het individuele bedrijf opgeteld bij het achtergrondniveau ter plaatse (zogenaamde GCN kaarten) en getoetst of er kan worden voldaan aan de grenswaarde. Deze GCN kaarten worden jaarlijks door het RIVM ter beschikking gesteld. Dit kun je zien als een vorm van cumulatie.

Daarnaast heeft wethouder Den Teuling op de bijeenkomst van 28 oktober 2024 toegezegd de cumulatieve effecten op gebied van luchtkwaliteit inzichtelijk te maken.

Zie het antwoord op vraag 2.Q

Zie het antwoord op vraag 2.Q

Zie het antwoord op vraag 2.Q

De Emissieregistratie registreert jaarlijks de emissies van alle relevante Nederlandse bronnen. De Emissieregistratie berekent de meeste emissies zelf en controleert jaarlijks aangeleverde bedrijfsemissies van bedrijven via het milieujaarverslag. De Emissieregistratie is een samenwerkingsverband tussen vijf kennisinstellingen. Het RIVM is eindverantwoordelijk voor de Emissieregistratie. Deze cijfers worden doorgestuurd naar de EU.

Het Centraal Instrument Monitoring Luchtkwaliteit (CIMLK) heeft als doel luchtkwaliteitgegevens over Nederland voor iedereen op één plaats, uniform en laagdrempelig beschikbaar te stellen, en daarmee de wet- en regelgeving voor luchtkwaliteit (digitaal) te ondersteunen. Om het jaar leveren SLA-deelnemers gegevens (veehouderijen en wegverkeer) aan voor de luchtkwaliteit monitoring.

Via de volgende link vindt u meer informatie en een introductievideo Emissieregistratie: Alle emissiegegevens op één plek | Emissieregistratie.
Op de website van het Informatiepunt Leefomgeving vindt u meer informatie over luchtemissie-eisen en monitoring bij milieubelastende activiteiten.
 

Voor het antwoord op deze vraag verwijzen wij u naar de presentatie van de GGD. Dit is een algemeen antwoord omdat de gezondheidsrisico’s ook te maken hebben met de achtergrondconcentratie. Deze lokale ‘hotspot’ zoals benoemd op 28 oktober 2024 betreft slechts een heel klein percentage van de achtergrondconcentratie.

Bekijk de presentatie

Uitstoot van vrachtverkeer en andere verkeerstromen kan gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit 
Hiervoor verwijzen we naar de presentatie van 15 april 2024 (zie punt 2.A) en 28 oktober 2024 (zie punt 2.G) waarbij is ingegaan op de uitstoot van verkeer.

Voorzorgsbeginsel

Het voorzorgsbeginsel is het beginsel dat inhoudt dat bedrijven en overheden maatregelen nemen wanneer er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat activiteiten negatieve gevolgen kunnen hebben voor het milieu of de gezondheid. Het gaat om activiteiten waarbij de beschikbare wetenschappelijke gegevens wel indicaties geven voor een risico, maar nog onvoldoende wetenschappelijk bewijs beschikbaar is over de aard of omvang van een risico.

Het is niet altijd op voorhand duidelijk of menselijk handelen leidt tot risico's voor mens en milieu. Zulke onzekere risico's kunnen zich bijvoorbeeld voordoen bij veiligheidskwesties, maar vaak ook bij activiteiten met mogelijke gevolgen voor de gezondheid. Een bekend voorbeeld is de introductie van nieuwe stoffen.

Ook bij vergunningverlening (Zevenellen) kan voorzorg een rol spelen. Hierbij gaat het vooral om proportionele maatregelen om effecten of emissie zoveel mogelijk te vermijden.
Het bevoegd gezag kan maatwerkvoorschriften opleggen uit het oogpunt van voorzorg.

Hoe voorzorg toepassen?

De Europese Unie en het Rijk houden bij het opstellen en ontwikkelen van (de hoogte van) normen al rekening met voorzorg. Zo wordt in normen een onzekerheidsmarge ingebouwd en wordt het ook meegewogen in omgevingswaarden en instructieregels, waarbij overigens ook andere belangen worden meegewogen. Het voorzorgsbeginsel gaat niet om risico's van blootstelling boven de norm, maar om 'niet-genormeerde' risico's. Daarnaast kan het voorzorgsbeginsel in sommige gevallen ook worden toegepast als er een norm is maar niet zeker is of die afdoende beschermend is.

Toegepast op Zevenellen

In 2017 is dit middels een algemene risicoanalyse in beeld gebracht. Daarbij is gekeken naar een maximale vulling van Zevenellen (conform vigerend omgevingsplan), dus een worst-case scenario. 
Wethouder Den Teuling heeft op 28 oktober 2024 toegezegd dat hij deze beoordeling zal laten actualiseren.

Het bevoegd gezag neemt haar verantwoordelijkheid voor een veilige en gezonde leefomgeving serieus, ook als er onzekerheden zijn over de gevolgen van luchtverontreiniging. Hier zijn enkele manieren waarop de gemeente het voorzorgsbeginsel toepast:

Vergunningverlening en Toezicht: 

Bij het verlenen van omgevingsvergunningen worden strenge voorwaarden gesteld aan bedrijven om de emissies van schadelijke stoffen te beperken. Het bevoegd gezag voert regelmatig inspecties uit om te controleren of bedrijven zich aan deze voorwaarden houden.

Monitoring en Rapportage: 

Het bevoegd gezag verplicht bedrijven om hun emissies te monitoren en hierover te rapporteren. Dit helpt bij het verkrijgen van inzicht in de luchtkwaliteit en het nemen van gerichte maatregelen als dat nodig is.

De havenkraan en bestaande kade worden op zeer korte termijn gesloopt in opdracht van OML. Vervolgens wordt er een nieuwe kade gerealiseerd. 
Elk bedrijf geeft in de vergunningsaanvraag aan in hoeverre ze gebruik willen gaan maken van de haven. Ook is duidelijk wat het betekent voor het vervoer per vrachtwagen als de haven niet gebruikt kan worden. 

Conform eerdere toelichting door Adviesbureau Kragten op 20 juni 2023 en 24 oktober 2023 is het brede verkeersonderzoek in feite een worst-case scenario. Voor de aantallen is dus rekening gehouden met de mogelijkheid dat de haven niet gebruikt kan worden. 

In de onderzoeken en vergunningsaanvragen wordt geen rekening gehouden met de periodes van hoog water. Dit zijn incidentele gevallen. 

Hieronder vindt u het volledige verkeersonderzoek zoals op 24 oktober 2023 aan u is toegelicht. In tabel 2 op pagina 10 vindt u een overzicht met verkeersbewegingen op de Napoleonsweg met en zonder Zevenellen.

Als we die getallen vergelijken met de getallen die de provincie beschikbaar heeft uit het verleden dan blijft het verkeer bij tellocatie nr. 3 (zie afbeelding 4 van het verkeersonderzoek voor een overzicht met de tellocaties) (verkeersintensiteiten in 2040: 13.100) ruim onder de oude verkeersbewegingen (verkeersintensiteiten in 2007: 18.203). 

Bij tellocatie nr. 6 tussen de N279 (richting Heythuysen) en de N280 zien we een stijging ten opzichte van het verleden, maar dat is ook het geval zonder Zevenellen. Dit ziet u ook terug in tabel 2 van het verkeersonderzoek.

Verkeersonderzoek Zevenellen

Ja, de gemeente heeft eerder aangegeven dit te gaan monitoren met behulp van verkeerstellingen. Concreet betekent dit dat er jaarlijks of om de 2 jaar tellingen worden uitgevoerd.
Per 1-1-2026 is het bovendien verplicht voor gemeenten om in de landelijke Centrale Voorzieningen Geluid Gegevens (CVGG) gegevens over verkeersintensiteiten, maximum snelheden en soorten wegdek te monitoren. Om de 5 jaar (of frequenter) dienen deze gegevens geactualiseerd te worden. De CVGG helpt zo om gegevens voor akoestisch onderzoek uit te wisselen en de geluidsproductie te monitoren.

De ontwikkelaars verwijzen in de koopovereenkomsten naar de geldende regels op Zevenellen. Op het moment dat een bedrijf een informatieverzoek indient bij de gemeente of provincie, wordt ook direct verwezen naar dit geurbeleid. 

Graag verwijzen wij u naar de laatste presentatie aan de commissie fysiek op 24 oktober 2023. Tijdens elke presentatie werd een overzicht getoond van de potentiële vestigers. Dat overzicht is nog actueel met uitzondering van Ecoservice Europe. Ecoservice Europe, het bedrijf dat inmiddels ook een vergunning heeft, heeft definitief besloten zich niet te willen vestigen op Zevenellen. 

De locatie Zevenellen is om volgende reden gekozen voor het voorgenomen initiatief: 

• Het bestemmingsplan is geschikt voor de genoemde activiteit qua ruimte en milieucategorie; 
• Door de directe ligging aan de haven kan het aantal transportbewegingen en de daarmee gepaard gaande emissies en overlast zoveel mogelijk beperkt worden;
• FUREC wordt volledig geëlektrificeerd en heeft een industriële stroomaansluiting nodig. Op industrieterrein Zevenellen is een dergelijke voorziening aanwezig; 
• De doelstelling FUREC sluit naadloos aan bij de ambities van de locatie Zevenellen ten aanzien van duurzaamheid en circulariteit. 
  
  De locatie Chemelot is voorbestemd voor chemische activiteiten waarbij gestreefd wordt naar optimale integratie en synergie van de verschillende activiteiten. Op de schaars beschikbare grond op Chemelot ligt een milieucategorie 5 en die dient als zodanig te worden ingevuld, ter versterking van het cluster chemie. Voor chemische initiatieven zijn de beschikbare locaties in Limburg/Nederland/Europa schaars en daarom zijn de vrije kavels op Chemelot voorbehouden aan dergelijke activiteiten. 
  
  Daarnaast ligt site Chemelot niet direct aan de haven. Afval pelletiseren op Chemelot, zou betekenen dat het transport van huisvuil/afval ook per as plaats zou moeten vinden. Daarmee wordt de pellet eenheid “land locked”. 
  Pelletiseren in de haven van Stein was geen optie omdat er geen 10 ha beschikbaar was voor de “pelletiseer installatie” en ook de benodigde E-aansluiting niet aanwezig was. Dit gold ook voor de andere onderzochte (haven)locaties in de euregio rondom Chemelot. 

Zorgen van inwoners worden serieus genomen. Dat is één van de redenen waarom we extra inzetten op de zorgvuldige toetsing van vergunningsaanvragen en hiervoor een extern onafhankelijk bureau inschakelen. Dit geldt zowel voor de gemeentelijke als voor de provinciale inrichtingen. Onder punt 9 wordt aangegeven hoe we omwonenden informeren. 

Zie vraag 1. Er zijn diverse extra opdrachten uitgezet op gebied van verkeer. 
Ook op vlak van groen en hemelwaterberging zijn er suggesties gedaan door inwoners. Deze suggesties zijn verwerkt in de plannen. Graag verwijzen wij u hiervoor ook naar de nieuwsbrieven van OML over Zevenellen via onderstaande link.

Nieuwsbrieven OML

De zorgen en vragen van de bewoners aan de Peter Schreursweg zijn meegenomen in de verkeersbesluiten van de rotondes en in de beantwoording van de zienswijzen tegen deze verkeersbesluiten. Onderdeel van één van de ontwerpverkeersbesluiten is namelijk ook het vrachtwagenverbod op de Peter Schreursweg. 

Er is intern ook gekeken om de onderdelen die betrekking hebben op de Peter Schreursweg naar voor te trekken, maar vanuit de integraliteit is uiteindelijk toch besloten om ze samen op te pakken. 

Als reactie op deze vraag is besloten om een inloopspreekuur te organiseren. Het is een pilot voor 6 maanden. Na deze 6 maanden evalueren we of we een toegevoegde waarde zien en of er voldoende animo voor is. 
Het inloopspreekuur vindt maandelijks plaats op de eerste dinsdag van de maand van 16.30 uur tot 17.30 uur in het gemeentehuis. Dit wordt bekendgemaakt via onze website en nieuwsbrief.